VERSOEPELING REISKOSTENVERGOEDING OPNIEUW VERLENGD

 

Werkgevers mogen de reiskostenvergoeding voor werknemers onbelast blijven uitbetalen, zolang het advies geldt om thuis te werken om de verdere verspreiding van het coronavirus in te dammen. Het ministerie van Financiën had de regels hiervoor vorig jaar al versoepeld. Vanwege de aanhoudende crisis is dit nu verlengd tot 1 juli 2021. Dat geldt ook voor de uitruil van reiskostenvergoedingen, ook wel de cafetariaregeling genoemd.

Veel werknemers ontvangen van hun werkgever een vaste reiskostenvergoeding per maand voor het woon-werkverkeer met een eigen vervoermiddel. Tot 19 eurocent per kilometer is zo’n vergoeding onbelast. Voor het vaststellen van een vaste reiskostenvergoeding mag je bij een fulltime dienstverband uitgaan van 214 dagen per jaar. 

Normaliter mag de werkgever de reiskostenvergoeding niet langer dan zes weken onbelast doorbetalen als de werknemer afwezig is. De vergoeding is bedoeld om de reiskosten van de werknemer te compenseren en niet als ‘belastingvrij loon’.

Vanwege de coronacrisis werden die regels hiervoor versoepeld. Zolang het advies geldt om thuis te werken, mogen werkgevers gebruikmaken van de zogenoemde Corona-regeling en de reiskostenvergoeding gewoon onbelast blijven uitbetalen. Een voorwaarde voor het toepassen van deze regeling is wel dat de vaste reiskostenvergoeding al vóór 13 maart 2020 was toegekend aan medewerkers.

UITRUIL REISKOSTEN

In het geval dat een medewerker minder reiskosten vergoed krijgt dan fiscaal is toegestaan – dus minder dan 19 eurocent per kilometer – dan mag een deel van het brutoloon worden ‘geruild’ voor een aanvullende, onbelaste reiskostenvergoeding tot het maximum van 19 eurocent per kilometer bereikt is. Deze regeling wordt ook wel de cafetariaregeling genoemd. Het voordeel hiervan is dat de werknemer minder loonbelasting hoeft af te dragen en de werkgever minder sociale lasten.

Loon uitruilen op basis van 214 dagen is, net als de vaste reiskostenvergoeding, alleen toegestaan als de cafetariaregeling al vóór 13 maart 2020 was overeengekomen. Als dat niet het geval is, dan is de regeling alleen toegestaan als de werknemer in 2020 meer dan 128 dagen daadwerkelijk heeft gereisd tussen huis en werk. Bij minder dan 128 reisdagen, mogen uitsluitend de werkelijke reisdagen uitgeruild worden.