TWEE OF MEER AUTO’S VAN DE ZAAK EN TOCH MAAR ÉÉN KEER BIJTELLING?

 

Als je als werknemer twee of meer auto’s van de zaak ter beschikking hebt en die allemaal voor privédoeleinden gebruikt, dan kan het toch zo zijn dat je maar voor één auto bijtelling hoeft te betalen. Lees hier hoe dat zit.

De enige manier om als werknemer geen bijtelling te hoeven betalen voor het gebruik van een zakenauto, is als met een sluitende rittenregistratie wordt aangetoond dat op je jaarbasis niet meer dan 500 privékilometers rijdt. In alle andere situaties moet de werknemer bijtelling betalen voor het privégebruik van de zakenauto. Maar wat als je meerdere zakenauto’s ter beschikking hebt die allemaal voor privédoeleinden gebruikt worden, terwijl je maar één auto tegelijk kunt besturen?

In dit geval wordt het aantal auto’s waarvoor bijtelling betaald moet worden, gekoppeld aan het aantal thuiswonende gezinsleden met een rijbewijs. Ben jij de enige met een rijbewijs, dan betaal je dus voor één auto bijtelling, ongeacht het aantal zakenauto’s dat je voor privéritten gebruikt. Heb je bij wijze van spreken drie auto’s van de zaak ter beschikking en wonen er bij jou thuis drie personen met een rijbewijs – jij, jouw partner en een kind bijvoorbeeld – dan moet je wél voor drie auto’s bijtelling betalen.

WELKE AUTO MOET JE DAN BIJTELLEN?

Als jij in jouw situatie maar voor één auto bijtelling hoeft te betalen, dan is de vraag natuurlijk: welke dan? Voorheen was dat de auto met de hoogste cataloguswaarde, maar vanaf heden is dat de auto met de hoogste bijtelling.

Dat de belastingdienst deze wijziging doorvoert, heeft deels te maken met de zogeheten youngtimerregeling. Bij auto’s van 15 jaar of ouder (youngtimer) wordt de bijtelling berekend op basis van 35% van de dagwaarde en niet op basis van de cataloguswaarde. Bij een youngtimer met een cataloguswaarde van bijvoorbeeld € 150.000 en een dagwaarde van € 10.000, bedraagt de bijtelling dus € 3.500. Als je behalve deze youngtimer ook in een nieuwe leaseauto rijdt met een cataloguswaarde van € 140.000 en een derde auto met een cataloguswaarde van € 60.000, dan betaalde je voorheen toch slechts € 3.500 bijtelling voor alle auto’s.

De Belastingdienst zet nu een streep door deze bijzonder aantrekkelijke regeling. Vanaf heden moet je uitgaan van de auto met de hoogste bijtelling. In het hierboven genoemde voorbeeld ben je in totaal € 30.800 bijtelling verschuldigd, ofwel 22% van € 140.000. In dit voorbeeld is overigens uitgegaan van een auto met een brandstofmotor. Alleen volledig elektrische auto’s komen in aanmerking voor een lagere bijtelling.